Veel mensen hebben wat contant geld in huis, of het nu gaat om een klein noodpotje of een groter bedrag voor specifieke uitgaven. Maar hoeveel cash mag je eigenlijk thuis bewaren? En moet je dat op een bepaald moment aangeven bij de Belastingdienst? In deze blog duiken we in de regels en geven we je een helder overzicht.
Wat zegt de wet over contant geld in huis?
In Nederland is er geen specifieke wet die bepaalt hoeveel contant geld je thuis mag hebben. In principe mag je zoveel cash bewaren als je wilt, zolang het geld op een legale manier is verkregen. Er zijn echter wel regels die van toepassing kunnen zijn in bepaalde situaties:
- Bij grote contante transacties: Als je een groot bedrag in cash wilt gebruiken voor een aankoop, kan een verkoper of bank vragen om een verklaring over de herkomst van het geld. Dit is onderdeel van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).
- Politiecontroles: Wordt er bij een controle door de politie een extreem groot contant bedrag aangetroffen en kun je niet aantonen waar het vandaan komt? Dan kan het geld in beslag worden genomen totdat je een verklaring kunt geven.
- Bankregels: Banken zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te melden. Stort je plotseling een groot bedrag op je rekening, dan kan de bank dit onderzoeken en eventueel doorgeven aan de Financial Intelligence Unit (FIU).
In de praktijk betekent dit dat je zonder problemen cash thuis mag hebben, zolang je kunt aantonen dat het op een legale manier is verkregen en het geen ongebruikelijke situatie oplevert.
Hoeveel cash mag je belastingvrij in huis hebben?
Hoewel er geen limiet is aan hoeveel contant geld je thuis mag bewaren, zijn er wél belastingregels die van toepassing kunnen zijn. De Belastingdienst ziet contant geld als onderdeel van je vermogen, en dit moet je in sommige gevallen opgeven in box 3 bij je belastingaangifte.
Voor 2024 gelden de volgende regels:
- Je hebt een vrijgesteld vermogen van €57.000 per persoon (of €114.000 voor fiscale partners). Zit je totale vermogen onder deze grens? Dan hoef je je contante geld niet op te geven.
- Heb je meer vermogen dan de vrijstellingsgrens, inclusief je spaargeld, beleggingen én contant geld? Dan moet je dit opgeven en kan er belasting over worden geheven.
Belangrijk om te weten is dat de Belastingdienst ervan uitgaat dat je eerlijk bent over je bezittingen. Grote hoeveelheden contant geld die niet worden opgegeven, kunnen bij controle als verzwegen vermogen worden beschouwd, met mogelijke boetes als gevolg.
Wanneer moet je contant geld aangeven bij de Belastingdienst?
Het aangeven van contant geld bij de Belastingdienst hangt af van de hoogte van je totale vermogen. Heb je slechts een klein bedrag in huis, bijvoorbeeld voor dagelijkse uitgaven of als noodvoorraad, dan hoef je hier niets mee te doen. Maar als je een aanzienlijk bedrag bewaart, moet je rekening houden met de volgende regels:
- Onder de vrijstellingsgrens: Zolang je totale vermogen onder de vrijstelling van €57.000 per persoon blijft, hoef je je cash niet aan te geven.
- Boven de vrijstellingsgrens: Alles wat boven de vrijstelling uitkomt, moet je opgeven in box 3 bij je belastingaangifte.
- Controle en sancties: Als de Belastingdienst vermoedt dat je een groot bedrag aan contant geld verzwijgt, kunnen ze een controle uitvoeren. Wordt er verzwegen vermogen ontdekt, dan kun je een naheffing en een boete krijgen.
Het bewaren van contant geld is dus geen probleem, zolang je het op een legale manier hebt verkregen en je het correct verwerkt in je belastingaangifte als dat nodig is. Wil je zeker weten dat je alles goed doet? Dan kun je altijd een belastingadviseur raadplegen.
Met deze kennis op zak kun je zonder zorgen bepalen hoeveel cash je in huis wilt houden. Of het nu gaat om een klein spaarpotje of een groter bedrag, zolang je binnen de regels blijft, is er niets aan de hand!